Uit het werk van de Bengaalse dichter Rabindranath Tagore (1861-1941) spreekt een diep geloof in de liefde als enige weg tot ontplooiing en innerlijke vrijheid. Zijn poëzie is humaan, zinnelijk en bij vlagen mystiek. Altijd staat de harmonie tussen natuur en cultuur, de ene en de andere mens, tussen ouder en kind, tussen God en de dichter zelf centraal.
Maak kennis met de poëzie van deze betrokken en tijdloze dichter die in 1913 de Nobelprijs voor Literatuur toegekend kreeg. Deze bundel brengt drie boeken samen: Wijzangen, De wassende maan en De hovenier, alle in de vertaling van Frederik van Eeden, herzien en gemoderniseerd door Fiep van Bodegom.