De muur 71
Deze Muur gaat over uitersten. Over hollen en stilstaan, over trainen maar je ei niet kwijt kunnen, over jezelf voeden of uithongeren. Over topsport en fierheid, onverschrokkenheid en schuld. Over het lamleggende coronavirus en de eruptie van 150 koersdagen. Over succes najagen maar verlies vangen. Nando Boers ging op onderzoek naar het onschuldige verleden van twee vrienden en hun route naar een fataal moment: Dylan en Fabio, sprinters, geestverwanten, snelheidsduivels, roekelozen. Erik Brouwer schrijft over de dood in het leven van de Amerikaanse Kelly Catlin, die wilde bewijzen dat ze, als ze e´cht wilde, a´lles kon – ook uit het leven stappen. Wiep Idzenga reconstrueert de gouden wegrace van Marianne Vos op de Olympische Spelen van 2012. Topfavoriete Vos stond het kippenvel op de armen toen bij de start Lose Yourself van Eminem werd gedraaid. Opmaat naar een adembenemend slotgevecht – en een adembenemend verhaal.
Nando Boers leert van Harry Lavreysen dat baansprint pure wetenschap is geworden. De meervoudig wereldkampioen weet er a´lles van, maar ‘Hallo...! Is daar nog ergens een wedstrijd?’ Willie Verhegghe bewierookt de van ver teruggekeerde Wout van Aert. En Eelco Hiltermann toetst de idealen van twee schatrijke Israe¨lie¨rs, die met vaandeldrager Chris Froome de vrede in het Midden-Oosten willen bewerkstelligen.
De wielersport mondialiseert. In een essay signaleert Joost-Jan Kool dat het criterium dreigt te verdwijnen. En niet alleen door corona. Jurre van den Berg dook in de historie van de eerste (en laatste) profkoers op Schiermonnikoog. Bert Wagendorp schrijft over Carlos Enrique Vergara Osorio, de allerlaatste man in koers voordat het peloton werd stilgezet.
Volgens Frank Heinen is Julian Alaphilippe de Roberto Benigni van het peloton. En waarom? Omdat Alaphilippe niet o´mdat is. Geen verdienste, omissie of iets anders, Ala i´s gewoon zo.